Opening winterwerk
Hervormde gemeente Oosterland
Thema: “Een goed verhaal”
Voorganger : Ds. H.G.W. Groot Karsijn
Ouderling van dienst : Leendert van der Werf
Organist : Rianda Dorst
m.m.v. : Oosterlands Fanfare en
: Luctor et Emergo uit Renesse
o.l.v. : Jaap Everwijn
Oosterlands fanfare en Luctor et Emergo
spelen voor aanvang van de dienst:
Blaenwern Maryton
Laudate Dominum Misericordia
Martyrdom,
Welkom en mededelingen
Intochtslied: Gezang 280 (NLB) staande
- De vreugde voert ons naar dit huis
waar ’t woord aan ons geschiedt.
God roept zijn naam over ons uit
en wekt in ons het lied.
- Dit huis van hout en steen, dat lang
de stormen heeft doorstaan,
waar nog de wolk gebeden hangt
van wie zijn voorgegaan,
- dit huis, dat alle sporen draagt
van wie maar mensen zijn,
de pijler die het alles schraagt,
wilt Gij die voor ons zijn?
- Zal dit een huis, een plaats zijn waar
de hemel open gaat,
waar Gij ons met uw eng’len troost,
waar Gij U vinden laat?
- Onthul ons dan uw aangezicht,
uw naam, die mét ons gaat
en heilig ons hier met uw licht,
uw voorbedachte raad.
- Vervul ons met een nieuw verstaan
van ’t woord, waarin Gij spreekt
en reik ons zelf als leeftocht aan
het brood, dat Gij ons breekt.
- Dit huis slijt mét ons aan de tijd,
maar blijven zal de kracht
die wie hier schuilen verder leidt
tot alles is volbracht.
Stil gebed, votum en groet
Oosterlands Fanfare en Luctor et Emergo spelen
‘Josua’ van Ken Roccard
Zingen: Gezang 283 : 1, 2 en 3 (NLB)
- In de veelheid van geluiden
in het stormen van de tijd,
zoeken wij het zachte suizen
van het woord, dat ons verblijdt.
- En van overal gekomen,
drinkend uit de ene bron,
bidden wij om nieuwe dromen,
richten wij ons naar de zon.
- Want wij mensen op de aarde
raken van het duister moe.
Als uw hart ons niet bewaarde
sliepen wij ten dode toe.
Woorden bij de symbolische schikking
Zingen: Gezang 283 : 4 en 5
- Laat uw dauw van vrede dalen
in de voren van de tijd.
Vat ons samen in de stralen
van uw goedertierenheid.
- Die ons naam voor naam wilt noemen,
al uw liefde ons besteedt,
zingend zullen wij U roemen
en dit huis zingt met ons mee!
Gebed om de opening van het Woord
Zingen: EB 262 2x
Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Uw Woord is een lamp, uw Woord is een licht,
uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.
Schriftlezing: Genesis 1 – 2 : 3 (HSV)
1In het begin schiep God de hemel en de aarde. 2De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. 3En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. 4En God zag het licht dat het goed was; en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis. 5En God noemde het licht dag en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: + de eerste dag. 6En God zei: Laat er een gewelf zijn in het midden van het water, en laat dat scheiding maken tussen water en water! 7En God maakte dat gewelf en maakte scheiding tussen het water dat onder het gewelf is, en het water dat boven het gewelf is. En het was zo. 8En God noemde het gewelf hemel. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de tweede dag. 9En God zei: Laat het water dat onder de hemel is, in één plaats samenvloeien en laat het droge zichtbaar worden! En het was zo. 10En God noemde het droge aarde en het samengevloeide water noemde Hij zeeën; en God zag dat het goed was. 11En God zei: Laat de aarde groen doen opkomen, zaaddragend gewas, vruchtbomen, die naar hun soort vrucht dragen, waarin hun zaad is op de aarde! En het was zo. 12En de aarde bracht groen voort, zaaddragend gewas naar zijn soort en bomen die vrucht dragen waarin hun zaad is, naar hun soort. En God zag dat het goed was. 13Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de derde dag. 14En God zei: Laten er lichten zijn aan het hemelgewelf om scheiding te maken tussen de dag en de nacht; en laten zij zijn tot tekenen, en tot aanduiding van vaste tijden en van dagen en jaren! 15En laten zij tot lichten zijn aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde! En het was zo.16En God maakte de twee grote lichten: het grote licht om de dag te beheersen en het kleine licht om de nacht te beheersen; en ook de sterren. 17En God plaatste ze aan het hemelgewelf om licht te geven op de aarde, 18om de dag en de nacht te beheersen en om scheiding te maken tussen het licht en de duisternis. En God zag dat het goed was. 19Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vierde dag. 20En God zei: Laat het water wemelen van wemelende levende wezens; en laten er vogels boven de aarde vliegen, langs het hemelgewelf! 21En God schiep de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens waarvan het water wemelt, naar hun soort, en alle gevleugelde vogels naar hun soort. En God zag dat het goed was. 22En God zegende ze en zei: Wees vruchtbaar, word talrijk, en vervul het water van de zeeën; en laten de vogels talrijk worden op de aarde! 23Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag. 24En God zei: Laat de aarde levende wezens naar hun soort voortbrengen: vee, kruipende dieren en wilde dieren van de aarde, naar zijn soort! En het was zo. 25En God maakte de wilde dieren van de aarde naar hun soort, het vee naar hun soort, en alle kruipende dieren van de aardbodem naar hun soort. En God zag dat het goed was. 26En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en laten zij heersen over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht, over het vee, over heel de aarde en over al de kruipende dieren die over de aarde kruipen! 27En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. 28En God zegende hen en God zei tegen hen: Wees vruchtbaar, word talrijk, vervul de aarde en onderwerp haar, en heers over de vissen van de zee, over de vogels in de lucht en over al de dieren die over de aarde kruipen! 29En God zei: Zie Ik geef u al het zaaddragende gewas dat op heel de aarde is, en alle bomen waaraan zaaddragende boomvruchten zijn; dat zal u tot voedsel dienen. 30Maar aan al de dieren van de aarde, aan alle vogels in de lucht en aan al wat over de aarde kruipt, waarin leven is, heb Ik al het groene gewas tot voedsel gegeven. En het was zo. 31En God zag al wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag. 21Zo zijn de hemel en de aarde voltooid, en heel hun legermacht. 2Toen God op de zevende dag Zijn werk, dat Hij gemaakt had, voltooid had, rustte Hij op de zevende dag van al Zijn werk, dat Hij gemaakt had. 3En God zegende de zevende dag en heiligde die, want daarop rustte Hij van al Zijn werk, dat God schiep door het te maken.
Zingen: Gezang 416 (NLB) staande
- Ga met God en Hij zal met je zijn,
jou nabij op al je wegen
met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
- Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden,
over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
- Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren,
in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
- Ga met God en Hij zal met je zijn
tot wij weer elkaar ontmoeten,
in zijn Naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
- Dit licht dat in het duister sliep
is God die ons bij name riep,
Hij roept totdat Hij wordt gehoord,
in den beginne was het woord.
Verkondiging
Oosterlands Fanfare en Luctor et Emergo spelen
‘Cantilene’ van André Waignein
Zingen: Psalm 95: 1, 2 en 3
1.Steekt nu voor God de loftrompet,
Hem die ons in de vrijheid zet.
Komt voor zijn aanschijn met verblijden.
Brengt Hem de dank van al wat leeft,
Hem, die ons heil gegrondvest heeft.
Viert Hem, de koning der getijden.
2.Groot God is Hij, Hij strijdt vooraan,
de goden zijn Hem onderdaan;
de hoge bergen houdt Hij staande.
Het hart der aard’ is in zijn hand.
Hij riep de zee, Hij schiep het land.
Hij is het, die de weg ons baande.
3.Komt, werpen wij ons voor den Heer
die ons gemaakt heeft biddend neer,
wij, die het volk zijn van zijn weide.
Want onze God, Hij gaat ons voor,
Hij trekt met ons de diepte door.
Zijn hand zal ons als schapen leiden.
Dankgebed en voorbede, afgesloten met Onze Vader
Inzameling van de gaven
Oosterlands Fanfare en Luctor et Emergo spelen tijdens de inzameling van de gaven
‘St. Florian Choral’ van Thomas Doss
Zingen: Gezang 488
- In den beginne was het woord,
op aarde is zijn stem gehoord
die spreken wil tot elk geslacht,
Hij werd geboren in de nacht.
- Hij werd geboren in de nacht
die al het licht heeft voortgebracht,
aan zon en maan zijn teugel legt,
Hij is de Heer, Hij werd een knecht.
- Hij is de Heer, Hij werd een knecht,
op Hem wordt alle last gelegd,
Hij woont te midden van het kwaad,
Hij troont in onze lage staat.
- Hij troont in onze lage staat
waar al wat leeft verloren gaat,
Hij kwam toen niemand naar Hem riep,
dit licht dat zoveel luister schiep.
Zegen: Amen, amen, amen. (gemeente)
Oosterlands fanfare en Luctor et Emergo spelen na de dienst:
Morning Light Day of Rest
Lloyd Eventide
Na de dienst is er gelegenheid om elkaar te ontmoeten
in de “Voorkerk”